De huidige en toekomstige stand van de Europese regelgeving inzake duurzaamheid in de mode-industrie

De Europese Unie heeft zich voorgenomen de mode-industrie te reguleren in de richting van duurzaamheid, maar de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van deze regelgeving verloopt traag. Hoewel er veel richtlijnen zijn uitgevaardigd, is er nog veel werk aan de winkel om meer en strengere wetten uit te vaardigen. Het goede nieuws is echter dat de zaken snel beginnen te veranderen. In deze blogpost gaan we dieper in op de huidige stand van de Europese regelgeving op het gebied van duurzaamheid in de mode, met inbegrip van de maatregelen die aan bod komen in de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel. In deze blogpost bespreken we richtlijnen, verordeningen en strategieën voor circulariteit van textiel, waaronder ecodesign, digitale paspoorten voor textielproducten, sectortransparantie en greenwashing, het onbedoeld vrijkomen van microplastics uit textiel, verpakking en beheer van textieloverschotten en uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Eisen inzake ecologisch ontwerp voor textiel

Richtlijn 2009/125/EG van 2009 stelt een kader vast voor het ecologisch ontwerp van textielproducten. Alleen al in 2021 was het effect van ecodesignmaatregelen een besparing van 120 miljard euro aan energiekosten voor de EU-consumenten. Nu wordt een nieuwe verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) voorgesteld die het toepassingsgebied van de huidige richtlijn uitbreidt om de circulariteit en duurzaamheid van bijna alle categorieën fysieke producten die op de EU-markt worden gebracht, te verbeteren.

Deze nieuwe verordening inzake duurzame producten, die deel uitmaakt van de op 30 maart voorgestelde EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel, kan tegen 2030 een primaire energiebesparing van 132 miljoen ton olie-equivalent opleveren. De Europese Commissie is al een online openbare raadpleging gestart om vast te stellen wat de prioriteiten voor de nieuwe producties zullen zijn. De raadpleging loopt tot 25 april.

Bovendien werd, samen met de voorgestelde verordening inzake duurzame producten, een routekaart inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering 2022-2024 gepubliceerd die nieuwe energiegerelateerde producten omvat en de ambitie van reeds gereglementeerde producten actualiseert en verhoogt. Het kader zal prestatie- en informatie-eisen mogelijk maken, waaronder een digitaal productpaspoort, dat informatie zal verstrekken over de milieuduurzaamheid van producten en dat in Frankrijk al wordt toegepast.

Het digitale paspoort voor textielproducten en energie-etikettering

De verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten stelt niet alleen eisen aan de wijze waarop producten moeten worden vervaardigd, maar ook aan de informatieverstrekking over de ecologische duurzaamheid van producten. duurzaamheid van producten. Afhankelijk van het product kan dit informatie omvatten over energieverbruik, gerecycleerde inhoud, aanwezigheid van zorgwekkende stoffen, duurzaamheid, gerecycleerde inhoud, beschikbaarheid, met inbegrip van een herstellingsscore, beschikbaarheid van reserveonderdelen en recycleerbaarheid. 

Al deze informatie zal kunnen worden verzameld in digitale productpaspoorten, waarmee producten kunnen worden geëtiketteerd, geïdentificeerd en gekoppeld aan gegevens die relevant zijn voor hun circulariteit en duurzaamheid. Hoewel deze digitale paspoorten momenteel alleen in Frankrijk worden ingevoerd, zullen zij geleidelijk de norm worden voor alle Europese producten die onder de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten vallen, zodat producten kunnen worden geëtiketteerd, geïdentificeerd en gekoppeld aan gegevens die relevant zijn voor hun circulariteit en duurzaamheid.

Bovendien zal de invoering van productpaspoorten de consument in staat stellen beter geïnformeerde keuzes te maken, de transparantie verbeteren en de nationale autoriteiten helpen bij de handhaving van de regelgeving, en het bedrijfsleven in de gehele waardeketen ten goede komen doordat de milieuprestaties worden verbeterd, de levensduur van producten wordt verlengd en de efficiëntie en het gebruik van secundaire grondstoffen worden verhoogd, waardoor de behoefte aan natuurlijke hulpbronnen afneemt, kosten worden bespaard en strategische afhankelijkheid wordt verminderd. Dit zal ook helpen om de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen gedurende de gehele levenscyclus van materialen en producten te traceren, waarbij de toezeggingen in de duurzaamheidsstrategie voor chemische stoffen worden nagekomen en wordt bijgedragen tot de EU-doelstelling van nulverontreiniging.

De Commissie zal ook de textieletiketteringsverordening herzien, die voorschrijft dat op de EU-markt verkochte textielproducten een etiket moeten dragen waarop duidelijk de vezelsamenstelling wordt vermeld en eventuele niet uit textiel bestaande elementen van dierlijke oorsprong worden aangegeven, en waarin ook circulariteitsaspecten worden opgenomen, zoals een score voor herstelbaarheid, de grootte van de producten en, indien van toepassing, het land waar de fabricageprocessen plaatsvinden ("Made in").

In het kader van bovengenoemde voorstellen zal de Commissie ook de mogelijkheid overwegen om een digitaal keurmerk in te voeren.

Sectorale transparantie en greenwashing

Wet etikettering textielproducten

De momenteel beschikbare wetgeving inzake transparantie van textielproducten is de Wet etikettering textielproducten (1007/2011), die regels vaststelt voor de etikettering van textielproducten en tot doel heeft een circulaire economie in de textielsector te bevorderen. De wet verplicht fabrikanten hun producten te etiketteren met informatie over de vezelsamenstelling, verzorgingsinstructies en het land van oorsprong, en stelt eisen aan het gebruik van bepaalde etiketteringstermen, zoals "biologisch" en "gerecycled".

Controle op greenwashing en misleidende reclame

Tot nu toe is greenwashing of ecologisch bleken in Europa niet door eigen wetgeving geregeld. Hoewel sommige Europese landen kleine regelingen hebben ingevoerd en Frankrijk de wet inzake klimaat en veerkracht heeft ingevoerd, die vooral gericht is op koolstofneutraliteit en niet op duurzaamheid in het algemeen, kon greenwashing alleen in verband worden gebracht met richtlijnen inzake misleidende reclame. Dit jaar treedt echter de richtlijn inzake duurzaamheidsverslaglegging van bedrijven in werking, een nieuwe EU-wetgeving die alle grote ondernemingen verplicht regelmatig verslagen te publiceren over hun activiteiten op milieu- en sociaal gebied. De eerste bedrijven zullen de nieuwe regels voor het eerst moeten toepassen in het boekjaar 2024, voor verslagen die in 2025 worden gepubliceerd.

Toch zullen bedrijven zich moeten houden aan de huidige richtlijn inzake misleidende reclame, waarin het volgende staat over valse milieuclaims:

De richtlijn oneerlijke handelspraktijken bevat geen specifieke regels voor milieuclaims, maar bepaalt dat handelaren geen misleidende claims aan consumenten mogen doen. De DCD staat handelaren toe milieuclaims te gebruiken zolang deze niet misleidend zijn en op bewijzen zijn gebaseerd.

Op grond van de artikelen 6 en 7 van de richtlijn betreffende misleidende handelingen en nalatigheden moeten milieuclaims waarheidsgetrouw zijn, geen valse informatie bevatten en op een duidelijke en nauwkeurige wijze worden gepresenteerd zodat de consument niet wordt misleid (bv. door de term "biologisch afbreekbaar" te gebruiken voor een product dat niet werkelijk biologisch afbreekbaar is of niet is getest). Daarom moeten impliciete beweringen zoals afbeeldingen en de algemene presentatie van het product (d.w.z. ontwerp, keuze van kleuren, afbeeldingen, illustraties, geluiden, symbolen en etiketten) een getrouwe en nauwkeurige weergave zijn van de omvang van de milieuvoordelen en mogen zij de verkregen voordelen niet overdrijven, anders zouden zij ook als misleidende reclame worden aangemerkt.

Op grond van artikel 12 van het BCD moeten handelaren over bewijsmateriaal beschikken om hun vorderingen te staven en bereid zijn dit op een begrijpelijke manier aan de bevoegde handhavingsinstanties te verstrekken indien de vordering wordt betwist.

Bijlage I van de DPCD verbiedt oneerlijke praktijken met betrekking tot specifieke claims of het in de handel brengen van relevante certificeringen, labels en gedragscodes. Milieuclaims moeten de milieuvoordelen nauwkeurig weergeven en mogen de verkregen voordelen niet overdrijven.

 

Het vrijkomen van microplastics uit textiel

Verontreiniging door microplastics is in de natuur wijdverbreid, met name in het mariene milieu, en baart steeds meer zorgen. Een belangrijke bron van onbedoeld vrijkomen van microplastics is textiel dat van synthetische vezels is gemaakt. Naar schatting is ongeveer 60% van de in kleding gebruikte vezels synthetisch, voornamelijk polyester, en deze hoeveelheid neemt toe. Aangezien de grootste hoeveelheid microplastics vrijkomt bij de eerste vijf tot tien wasbeurten, heeft fast fashion, in combinatie met het toenemende gebruik van synthetische vezels van fossiele oorsprong, een grote invloed op de vervuiling door microplastics. Alleen al in het afvalwater van wasmachines komt jaarlijks tot 40.000 ton synthetische vezels vrij.

Om dit probleem aan te pakken, lanceerde de Europese Commissie in de tweede helft van vorig jaar een eerste ontwerpvoorstel om opzettelijk toegevoegde microplastics te beperken. Dit initiatief zou het gebruik van microplastics in de mode-industrie kunnen verbieden en dus ook betrekking hebben op vermijdbare bronnen van microplastics. Naast productontwerp zullen de maatregelen gericht zijn op productieprocessen, voorwassen in industriële fabrieken, etikettering en de bevordering van innovatieve materialen. Andere opties zijn filters voor wasmachines, die het volume dat bij het wassen vrijkomt met 80% kunnen verminderen, de ontwikkeling van milde detergenten, verzorgings- en wasrichtsnoeren en de behandeling van textielafval aan het einde van de levensduur, waarbij het belang van het volgen van circulaire textielverwerkingspatronen wordt benadrukt.

De verpakking van producten en materialen

De richtlijn verpakking en verpakkingsafval (94/62/EG) beoogt de milieueffecten van verpakkingsafval te verminderen. De richtlijn verplicht de lidstaten maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat verpakkingsafval wordt verminderd, hergebruikt of gerecycleerd, en stelt recyclingdoelstellingen vast voor verschillende materialen. De Europese Commissie werkt momenteel aan een voorstel voor een EU-verordening om deze richtlijn bij te werken.

Bestrijding van textielafval

Een van de maatregelen van de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel is ook de invoering van geharmoniseerde EU-regels inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel en economische stimulansen om producten duurzamer te maken ("ecomodulatie van vergoedingen"), als onderdeel van de herziening van de kaderrichtlijn afvalstoffen in 2023.

De kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG) vormt het algemene kader voor afvalbeheer in de EU. Zij benadrukt het belang van de afvalhiërarchie, die voorrang geeft aan preventie, hergebruiken en recycling boven verwijdering. Zij voorziet in maatregelen ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door preventie of beperking van de negatieve gevolgen van afvalproductie en -beheer en door beperking van de algemene gevolgen van het gebruik van hulpbronnen en verbetering van de efficiëntie van het gebruik ervan.

Bij Recovo helpen we bedrijven te voldoen aan de duurzaamheidsvoorschriften en vereenvoudigen we de complexiteit achter duurzaamheid met onze circulaire oplossingen. Laat ons u helpen circulair te gaan!


WIL JE OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN AL HET NIEUWS OVER CIRCULARITEIT IN DE MODE?

Hoofdmenu